Mattheus 10

1. Jezus kiest twaalf apostelen. (1- 15)

Dit verhaal vinden we ook in:
        -Markus 3: 13- 19; 6: 7- 13
        -Lukas 6: 12- 16; 9: 1- 6

Mat 10:1  En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbende, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwale te genezen.  

Vanaf dit moment zien we een verandering. Het is nu niet alleen Jezus die zieken geneest, die onreine geesten uit te werpen, die ziekten en kwalen te genezen, nu zijn het ook zijn 12 discipelen die macht krijgen van Christus om deze zelfde dingen te gaan doen.

Mat 10:2  De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder;

Mat 10:3  Filippus en Bartholomeus; Thomas en Mattheus, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeus, en Lebbeus, toegenaamd Thaddeus;

Mat 10:4  Simon Kananites, en Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.

Hier zien we dan de namen van de twaalf apostelen.

Apostel: 652 a’postolos

1) een gemachtigde, boodschapper, iemand uitgezonden met opdrachten

1a) in het bijzonder toegepast op de twaalf apostelen van Christus

1b) in bredere zin toegepast op andere vooraanstaande christelijke leraars

1b1) van Barnabas

1b2) van Timotheüs en Silvanus

De Apostelen.

1. Simon.

Deze Apostel word ook wel Petrus genoemd. (Joh. 1: 42) Simon en zijn broer Andreas (2) werden geboren in Betsaida.

Hij is de auteur van twee nieuw Testamentische boeken. (1 en 2 Petrus)

Simon is een geweldadige dood gestorven (Joh. 21: 18, 19)

2. Andreas, zijn broeder.

Andreas was de broer van Simon (4: 18- 20) en beiden waren zij de eerste apostelen die door Christus werden geroepen.

3. Jakobus, de zoon van Zebedeus.

Jakobus en zijn broer Johannes (4) waren de volgende die door Christus werden geroepen. (4: 21- 22)

Beiden worden ze de broers van Boanerges genoemd. (Markus 3: 17)

Boanerges: 993 Boaner’ges van Aramese oorsprong

Boanerges =" zonen van de donder"

1) een bijnaam die de Heer gaf aan Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedéüs. De naam schijnt te duiden op het vurige en vernietigende, dat vergeleken kan worden met een onweersbui.

Het boek van Handelingen verteld ons dat deze Jacobus een geweldadige dood is gestorven.

                -Handl. 12: 2

4. Johannes, zijn broeder.

Johannes heeft vier Bijbelboeken op zijn naam staan, Johannes, 1, 2 en 3 Johannes en Openbaring.

Sommige tradities spreken dat deze Johannes de enige apostel is die geen geweldadige dood is gestorven. 

5. Filippus.

Filippus kwam uit Betsaida, de thuishaven van Simon en Andreas. (Joh. 1: 44)
Deze Filippus is een andere Filippus van degene die we tegenkomen in Handl. 6: 5

6. Bartholomeus.

Velen commentators schrijven dat dit Nathanael is die genoemd word in Joh. 1: 43- 51 en 21: 2

7. Thomas.

Zijn naam betekent Dydimus. (Joh. 11: 16)

Deze Thomas is bekend geworden als de twijfelende Thomas (Joh. 20: 24)

8. Mattheus, de tollenaar.

Dit is de Mattheus die dit boek heeft geschreven.  Zijn roeping zien we beschreven in hoofdstuk 9: 9- 10. 

9. Jakobus, de zoon van Alfeus.

De toevoeging aan zijn naam, de zoon van Alfeus, maakt hem een andere apostel dan de broeder van Simon die de zoon van Zebedeus word genoemd (3)

Sinds de vader van Mattheus ook Alfeus word genoemd (Markus 2: 14) kan het zijn dat deze Jacobus de broer van Mattheus was.

10. Lebbeus, toegenaamd Thaddeus.

De naam Thaddeus heeft de betekenis van ruimhartig en moedig.

2280 Thad’daios

Thaddéüs =" ruimhartig", "moedig"

1) een van de twaalf apostelen. Uit vergelijking met de lijst van apostelen in Lk. 6:16, en Hand. 1:13 lijkt het dat Judas, Lebbéüs en Thaddéüs dezelfde persoon waren, en de schrijver van het boek Judas.

11. Simon Kananites.

Deze Simon onderscheid zich van Simon (1) hij word een zeloot genoemd.

2208 Zelo’tes

1) iemand die brandt van ijver, een zeloot

2) gebruikt van God als naijverig jegens iedere mededinger en Zijn heerschappij verdedigend  

Vanaf de tijd van de Maccabeeën bestond er onder de Joden een groep mensen, Zeloten geheten, die zich strikt hielden aan de wet van Mozes en, naar het voorbeeld van Pinehas, probeerden elke overtreding tegen te gaan, desnoods met gebruik van geweld; maar in de nadagen van het Joodse gemenebest gebruikten zij hun heilige ijver als een dekmantel voor de laagste misdaden.

12. Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.

Deze Judas word altijd gerelateerd aan zijn daad van verraad, “die hem ook verraden heeft”. Hij was degene die de beurs droeg, (Joh. 12: 6) hij was degene die zich verhing nadat hij Christus had verraden. (27: 1- 10; Handl. 1: 18)

Iscariot komt waarschijnlijk van Kerioth, (Jozua 15: 25; Jer. 48: 24, 41; Amos 2: 2)

Het wondere van al deze mensen is dat het geen wonderbaarlijke mensen waren, het waren allemaal gewone mensen van allerlei achtergronden.

Maar, door God werden ze tot bijzondere mensen gemaakt.

Mat 10:5  Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende: Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen.

Mat 10:6  Maar gaat veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israels.

De discipelen kregen de opdracht om naar de verloren schapen van Israel te gaan.

De bediening van Christus was een bediening die in eerste instantie voor het volk der Joden was en niet voor de Heidenen of de Samaritanen.

We zien dit verder beschreven in:

                -Handl. 3: 26; 13: 46 

We lezen dan ook in Johannes 10: 16 dat Christus ook nog andere schapen had. Deze twee groepen zouden samenkomen onder één herder.
                -Efeze 2: 11- 22
                -Rom. 1: 16, 17

Ze moesten gaan naar de verloren schapen van Israel. We hebben al gezien dat Christus naar hen verwezen had als “vermoeid en verstrooid” als een volk zonder herder. (9: 36)

Ze waren zonder een ware herder.

                -Mattheus 1: 21; 18: 11
                -Ezechiel 34

Als we dan verder kijken naar het oude Testament zien we dat over al deze dingen ook geprofeteerd was.

                -Ezechiel 34: 20- 26

Mat 10:7  En heengaande predikt, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.  

En weer komen we het grote thema van Christus tegen, dat is het koninkrijk der Hemelen.

                -Mattheus 3: 2; 4: 17, 23

Wat begonnen was door Johannes de Doper, voortgezet door Christus is nu ook in de handen gegeven van de apostelen.

Mat 10:8  Geneest de kranken; reinigt de melaatsen; wekt de doden op; werpt de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet.

De discipelen kregen een opdracht, een opdracht uit liefde, ze zouden alles gaan geven om niets. 

Mat 10:9  Verkrijgt u noch goud, noch zilver, noch koper geld in uw gordels;

Mat 10:10  Noch male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch staf; want de arbeider is zijn voedsel waardig.  

We zien in deze woorden dat de discipelen niets voor zichzelf hoefden te verkrijgen, ze zouden het krijgen. Gods arbeiders zijn hun voedsel waardig.

Dit is beiden een oud en nieuw Testamentisch principe.

                -Deut. 25: 4
                -1 Kor. 9: 9
                -1 Tim. 5: 18

Mat 10:11  En in wat stad of vlek gij zult inkomen, onderzoekt, wie daarin waardig is; en blijft aldaar, totdat gij daar uitgaat.

Mat 10:12  En als gij in het huis gaat, zo groet hetzelve.

Mat 10:13  En indien dat huis waardig is, zo kome uw vrede over hetzelve, maar indien het niet waardig is, zo kere uw vrede weder tot u.

Mat 10:14  En zo iemand u niet zal ontvangen, noch uw woorden horen, uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, schudt het stof uwer voeten af.

Het stof afschudden van de voeten was een teken van een getuigenis tegen hen die het woord wel hoorden maar het niet wilden horen. (Lukas 9: 5)

                -Matth. 27: 24
                -Neh. 5: 13
                -Handl. 13: 50- 52; 18: 6

Mat 10:15  Voorwaar zeg Ik u: Het zal den lande van Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan dezelve stad.

Dit is de eerste keer dat we deze namen tegenkomen in het boek van Mattheus en er is gelijk een waarschuwing aan verbonden.

De waarschuwing is dat deze mensen veel meer getuigenis hebben gekregen dan de steden van Sodom en Gomorra. (Vergelijk Matt. 11: 23- 24)

En er is nu ook nog een waarschuwing.

        -2 Petrus 2: 1- 9

2. Vervolging, niet alleen voor Jezus maar ook voor Zijn Apostelen. (16- 23)

Als we kijken naar Jezus zien we dat Hij al vervolging heeft ondervonden, nu zullen ook Zijn Apostelen dit gaan ervaren.

We vinden dit verhaal ook in: Markus 13: 9- 13.

                                                                  Lukas 21: 12- 17. 

Mat 10:16  Ziet, Ik zende u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.  

Een waarschuwing en een opdracht.

De waarschuwing, we lezen dat ze als schapen temidden van wolven gestuurd zouden worden.

In de volgende verzen lezen we hoe dit zou gaan gebeuren.

        -Ze zouden overgeleverd worden aan raadsvergaderingen.
        -Ze zouden in synagogen gegeseld worden.
        -Ze zouden voor stadhouders en koningen geleid worden.
        -Broeders zouden broeders overleveren tot den dood.
        -Familie-banden zouden heftig worden beschadigd.

Ze moesten dan voorzichtig zijn als slangen en oprecht als duiven.

Wat betekenen deze twee woorden?

Voorzichtig:
5429 ‘phronimos

1) verstandig, wijs

2) bezonnen, d.w.z. bedacht op iemands belangen 

Oprecht:

185 a’keraios

1) zonder bijmengsel, louter als in wijnen of metalen

2) van het hart, zonder vermenging met kwaad, vrij van list, onschuldig, eenvoudig

Voorzichtig als de slang. 

De enige ware bescherming voor een slang in gevaar is om weg te gaan. En dat zouden de Apostelen ook vaak doen. (v. 23)

Oprechtheid was ook nodig.

En de combinatie van beiden was vaak van levensbelang.

                -Handl. 17: 5- 10
                -Handl. 23: 13- 24 

Mat 10:17  Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen.

Deze woorden zien we vervuld als de Apostelen hun werk gaan uitvoeren.

        -Matt. 23: 34
        -Handl. 5: 40; 22: 19
        -2 Kor. 11: 24

Mat 10:18  En gij zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden, om Mijnentwil, hun en den heidenen tot getuigenis.

Mat 10:19  Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult.

Mat 10:20  Want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders, Die in u spreekt.  

De Apostelen zijn vaak voor stadhouders en koningen komen te staan. Deze woorden waren ook een getuigenis voor deze stadhouders en koningen.
We lezen hierover in het boek van Handelingen.

                -Stadhouders: Felix en Festus, 24, 25; Gallio, 18: 12- 17.
                -Koningen: Herodus, 12: 1; Agrippa, 25: 22- 27, Ceasar, 25: 11, 12.

Zo zien we dan ook dat de Apostelen op deze momenten vervuld werden, Handl. 4: 27- 31, van Gods Geest en met veel vrijmoedigheid spraken.

Mat 10:21  En de ene broeder zal den anderen broeder overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden.

Mat 10:22  En gij zult van allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden.

In het Christelijke leven zouden er problemen komen, zelfs in families. Familie-banden zouden gebroken worden. De Apostelen zouden haat ondervinden in hun leven, maar standvastigheid zou belangrijk voor hen worden.

Christus had al gesproken in de bergrede dat degene die vervolgd zouden worden zalig waren.

(5: 10- 12)

Vervolging is altijd een principe geweest wat al Gods kinderen zullen gaan ervaren.
Dit omdat de meeste mensen de duisternis liever hebben dan het licht, het licht dat hun verkeerde daden openbaar maakt. 

Mat 10:23  Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.

We lezen in vers 6 dat zij de opdracht kregen om tot de steden van het huis Israels te gaan en om het koninkrijk der hemelen te prediken. Dus ze moesten naar zo veel mogelijk steden gaan om hun opdracht te vervullen. 

Wat is nu deze komst van de Zoon des mensen?

Een aantal opties:

De verwoesting van Jerusalem. (Mattheus 24: 30- 31)

De komst van het koninkrijk. (Handl. 2)

Het lijkt erop dat de verwoesting van Jerusalem bedoeld word. De reden hiervan is dat in de parallel-passages in Markus en Lukas gelijk gevolgd worden door deze aanzegging. Verder is het zo dat de komst  van de Zoon gekenmerkt word in het boek van Mattheus als de komst in het oordeel over Jerusalem en dit valt ook weer samen met het oordeel over Israel en dat was de opdracht voor de Apostelen, om het evangelie van het koninkrijk aan de verloren schapen van Israel te verkondigen. 

3. Principes voor alle discipelen. (23- 31)

In de volgende woorden die Jezus deelt met Zijn Apostelen zien we principes die spreken over het conflict dat zij zouden ontvangen, en dit zou niet anders zijn dat het conflict dat Christus had ontvangen.

We zien deze woorden ook in:

                -Markus 9: 41
                -Lukas 12: 2- 9; 12: 51- 53; 14: 26- 27

Mat 10:24  De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer.

Mat 10:25  Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten!  

In deze woorden zien we dat Christus leert dat de discipel gelijk zal moeten worden aan zijn meester. Ook voor de discipelen van Christus.

                -Lukas 6: 40; Joh. 15: 20; 2 Tim. 3: 12 

We zien dat Christus heer des Huizes van Beelzebul genoemd is, zo zouden Zijn discipelen ook genoemd worden.
(Mattheus 9: 34; 12: 22- 30) 

Christus leert zijn volgelingen dat zij hetzelfde kunnen verwachten zoals Christus heeft gekregen in Zijn leven.
(Romeinen 8: 17) 

Mat 10:26  Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden.

Jezus heeft Zijn Apostelen verteld wat hen allemaal zou staan te wachten en het waren geen makkelijke woorden.

Hij verteld hen om niet te vrezen, hij verteld deze woorden zelfs tot drie keer toe. (26, 28, 31)

Christus geeft dan vier redenen voor deze woorden. 

De eerste (1) vinden we hier in vers 26, niets zal verborgen blijven. Alles zou aan het licht komen. Als ze oneerlijk behandeld zouden worden, het zou aan het licht komen, als ze zouden lijden omwille de naam van Christus, het zou aan het licht komen.

                -Rom. 2: 16; 1 Tim. 5: 24; Hebr. 4: 13

Mat 10:27  Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken.

Ze moesten niet bang zijn om te spreken.

Het evangelie moest gepredikt worden en dat ten koste van alles.

Zielen moeten behouden worden. 

Mat 10:28  En vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.  

De tweede (2) reden die gegeven word is dat er een dood is die erger is dan de lichamelijke dood.

Christus leert hen dat ze niet bang moesten zijn voor degene die alleen maar het lichaam konden doden, maar ze moesten Hem vrezen die beiden, lichaam en ziel, zou kunnen verderven in de hel. (Hebr. 12: 28, 29)

Mat 10:29  Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.

Mat 10:30  En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld.

Mat 10:31  Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.  

De derde (3) reden is dat Jezus laat zien dat Zijn kinderen belangrijk voor de Vader zijn door te zeggen dat wat er met musjes gebeurd bekend is bij de Vader en Zijn kinderen zijn belangrijker van een mus.

Mat 10:32  Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.

Mat 10:33  Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. 

En dan vinden we de vierde (4) reden. Jezus zal hen belijden voor de Vader die Hem belijden voor de mensen. Als we Hem belijden is Hij getrouw om ons te belijden voor het aangezicht van de Vader.

Mat 10:34  Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.

Zo zien we dan dat Christus niet alleen vrede heeft gebracht maar ook een zwaard. 

In de eerste plaats zien we dat Christus gekomen om vrede te brengen.

        -Jesaja 9: 6; Lukas 2: 14

Maar als het recht en als vrede in deze wereld komt dan komt ook de opstand tegen dit recht en deze vrede.

Het zwaard is een wapen wat symbool staat voor conflict. Waarheid, als een zwaard, brengt conflict in deze wereld.

Als we kijken naar de parallel-passage van Lukas zien we dat Lukas spreekt over verdeeldheid.

                -Lukas 12: 51

Mat 10:35  Want Ik ben gekomen, om den mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder.

Mat 10:36  En zij zullen des mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn.

Mat 10:37  Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.  

Hier zien we dan ineens wat de waarheid, die vrede zou moeten kunnen brengen voor alle mensen doet als er anderen zijn die deze waarheid niet liefhebben.

In al deze dingen zien we de woorden van Christus dat we God moeten liefhebben boven alles.

In dat proces kunnen soms onze eigen huisgenoten onze vijanden worden.

Mat 10:38  En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.

Dit is de eerste van de twee “die zijn kruis niet op zich neemt” passages in Mattheus.

(Matt. 16: 24- 25)

Vergelijk Rom. 6: 6; Gal. 5: 24

Mat 10:39  Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.  

Jezus geeft ons woorden van waarschuwing. Iemand die zijn eigen ziel wil vinden, dit staat gelijk aan zelfzucht en eogisme, iemand die alleen op zoek is naar zichzelf zal zichzelf verliezen. Deze persoon zal verloren gaan. Deze persoon zal zijn ziel verliezen.

Maar iemand die zijn eigen zelfzucht en egoisme verliest voor Jezus, deze mens zal behouden worden.

Zoals Paulus schreef in Gal 2, Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft”.

Paulus was gestorven, zijn eigen ik was gestorven, en het was de liefde en het leven van Christus die nu in hem woonde.

Mat 10:40  Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft.

In dit hoofdstuk hebben we gezien dat de Apostelen veel zouden gaan verduren om Jezus wil. We hebben gelezen dat er zelf conflict zou kunnen ontstaan in iemand zijn eigen familie.

We hebben gelezen in vers 39 dat het verliezen van “zelf” noodzakelijk is om het ware leven te vinden.

We lezen dan in vers 40 dat degene die hen wel zou ontvangen, Hem zouden ontvangen, en als ze Christus zouden ontaven, zouden ze ook de Vader ontvangen. Degene die Christus heeft gezonden.

                -Lukas 10: 16

Mat 10:41  Die een profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon eens profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal het loon eens rechtvaardigen ontvangen.

In deze woorden van Christus lezen we dat als mensen de profeten van God zouden ontvangen, dat ze ook het loon van en profeet zouden ontvangen.

En zo ook voor degene die een rechtvaardige zou ontvangen als een rechtvaardige, die zou ook het loon krijgen gelijkend aan deze rechtvaardige.

                -Jozua 2: 8- 22; Hebr. 11: 31

Mat 10:42  En zo wie een van deze kleinen te drinken geeft alleenlijk een beker koud water, in den naam eens discipels, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.  

Voor God is niets verborgen. Voor Hem is alles open en zo weet God zelfs van de kleinste dingen die gebeuren. God weet als een beker koud water word gegeven.
Niemand mag die misschien zien, maar God ziet alle dingen en alle dingen zullen hun loon krijgen. 

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven